Het BENOR-merk werd opgericht in 1954 door het toenmalige Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN), dat inmiddels opgevolgd werd door het Belgisch Normalisatiebureau (NBN). Het is een vrijwillig Belgisch collectief kwaliteitsmerk, dat de overeenkomstigheid van een product met technische referentiespecificaties certificeert volgens regels die zijn vastgelegd in een BENOR-toepassingsreglement. Indien aan de voorwaarden van dit toepassingsreglement voldaan is, wordt aan de fabrikant de vergunning verleend tot gebruik van het BENOR-merk voor dat product en wordt hem een een BENOR-certificaat uitgereikt. Het NBN heeft het beheer van het BENOR-merk toevertrouwd aan de BENOR VZW, in samenwerking met sectorale organisaties.
PROBETON neemt sinds de jaren ’80 het beheer waar van het BENOR-merk in de betonindustrie. Deze positie werd in 2014 bevestigd door de erkenning van PROBETON als sectorale organisatie door BENOR VZW. De eerste BENOR-vergunningen voor betonbuizen werden door PROBETON afgeleverd in 1986. In de daaropvolgende jaren werd het BENOR-merk snel uitgebreid tot andere producten voor infrastructuurwerken.
In 1987 werd het BENOR-merk voor de metselstenen overgenomen van FEBE. In 1989 startte de BENOR-certificatie in de sector van de structuurelementen met de aflevering van de eerste BENOR-certificaten voor holle vloerelementen.
Het BENOR-merk geeft aan dat een product in overeenstemming is met de geldende referentiespecificaties en toepassingsreglementen. Deze documenten komen tot stand in consensus en worden aanzien als regels van goed vakmanschap.
Volgende types referentiespecificaties kunnen de technische grondslag van het BENOR-merk voor betonproducten vormen:
Deze referentiespecificaties kunnen gebruikt worden als referentie voor de lastenboeken.
In het kader van het BENOR-merk voor betonproducten gelden naast het algemeen productcertificatiereglement (PCR) productgebonden toepassingsreglementen (TR) die eventueel verwijzen naar een algemeen toepassingsreglement (ATR):
Alle geldige documenten in het kader van het BENOR-merk voor betonproducten zijn opgenomen in onze lijst DOC. U kan ze ook raadplegen onder de rubriek documenten.
De identificatie van een BENOR-betonproduct omvat minstens:
De levering van betonproducten onder het BENOR-merk kan nagegaan worden aan de hand van:
Een BENOR-certificaat kan aangevraagd worden door elke fabrikant van betonproducten die in België of een ander land van de EU geregistreerd is.
Het certificaat kan ook aangevraagd worden door een fabrikant die gevestigd is buiten de EU op voorwaarde dat hij in een land van de EU beschikt over een zaakgelastigde die hem in rechte vertegenwoordigt.
Indien u uw betonproducten onder BENOR wenst te certificeren, richt u ons een informatieve aanvraag. Kijk eerst na of het BENOR-merk voor deze producten in voege is in onze lijst BENOR-betonproducten. Indien de informatieve aanvraag betrekking heeft op een betonproduct waarvoor het BENOR-merk nog niet operationeel is, onderzoekt PROBETON de mogelijkheid om het BENOR-merk voor dat product in te stellen en stelt u in kennis van de beslissing.
Wij maken u de nodige documenten voor het indienen van een aanvraag over.
Vervolgens stellen wij een afspraak voor om de administratieve, financiële en technische aspecten, zoals het organiseren van een industriële zelfcontrole en de externe controle, toe te lichten.
Op basis van de informatie die u van ons krijgt, implementeert u uw systeem van industriële zelfcontrole (IZC-systeem) en stelt u uw formele aanvraag samen.
Indien het product waarvoor het BENOR-merk wordt aangevraagd ook het voorwerp uitmaakt van een CE-markering, moet u bewijzen dat u voldoet aan de verplichtingen terzake. Onze medewerkers staan te uwer beschikking voor nadere toelichtingen terzake.
De formele aanvraag omvat:
Als uw aanvraag ontvankelijk is, treedt onze overeenkomst in voege en wordt de externe controle aangevat.
De periode tussen de formele aanvraag en de toekenning van de BENOR-vergunning noemen wij toelatingsperiode. In de toelatingsperiode wordt nagegaan of u in staat bent de overeenkomstigheid van uw product voortdurend te waarborgen. Er wordt ook nagekeken of de productie en de industriële zelfcontrole (IZC) worden uitgevoerd volgens de toepasselijke specificaties en reglementen.
Als de keurder oordeelt dat voldaan is aan de voorwaarden om het BENOR-merk te verkrijgen, stelt hij een verslag op ter attentie van PROBETON. Dit verslag wordt ter advies voorgelegd aan het bevoegde Technisch Bureau van PROBETON en vervolgens aan het Certificatiecomité, dat uiteindelijk beslist of de BENOR-vergunning al dan niet toegekend wordt.
Als de vergunning wordt toegekend wordt u een certificaat bezorgd als bewijs dat uw product voldoet aan de referentiespecificaties en BENOR-reglementen. Vanaf dan mag het BENOR-merk op het product en op uw leveringsdocumenten aangebracht worden.
De externe controle wordt voortgezet om na te gaan of u in staat blijft de overeenkomstigheid van uw BENOR-producten te waarborgen.
Bij het indienen van zijn formele aanvraag, wordt de fabrikant verzocht een inkomrecht te betalen om beheerskosten in de toelatingsperiode te dekken. In de vergunningsperiode worden deze beheerskosten gedekt door een certificatierecht. Daarnaast zijn er afzonderlijke keurings- en laboratoriumkosten.
De fabrikant die voor de BENOR-certificatie van zijn producten kiest, wint de kosten daarvan ruimschoots terug door het vermijden van de kosten van niet-kwaliteit.
De BENOR-vergoedingen voor betonproducten zijn vervat in het Financieel Reglement BENOR (FIR). Wij maken u op aanvraag een gepersonaliseerde prijsopgave op.
De prijszetting van betonproducten is uiteraard vrij en wordt bepaald door de markt. Kwaliteit is echter niet gratis. Daarom wordt soms nog een BENOR-toeslag aangerekend door de fabrikant. Dergelijke toeslag wordt geenszins door de BENOR-reglementen opgelegd en vormt een deel van een commerciële praktijk waar PROBETON zich van distantieert.
Alle BENOR-certificaten zijn terug te vinden op het extranet.
Je kan ook de recentste evoluties (toekenningen, opschortingen in intrekkingen) van BENOR-certificaten raadplegen. Na een vrijwillige opschorting of intrekking is de certificaathouder immers gerechtigd de voorraad BENOR-gecertificeerde productiedelen die geproduceerd werden voor de opschortings- of intrekkingsdatum verder te leveren onder het BENOR-merk. Behalve in het geval van een sanctie bedraagt de duur voor het uitputten van de voorraden in de regel 1 jaar.
Het BENOR-merk van een bepaald product heeft betrekking op kenmerken van het eindproduct die worden omschreven in de verschillende toepassingsreglementen (TR).
Het BENOR-merk geeft aan dat er een voldoende mate van vertrouwen bestaat dat de certificaathouder in staat is op basis van zijn industriële zelfcontrole de overeenkomstigheid van het product doorlopend te waarborgen. De fabrikant blijft zelf verantwoordelijk voor de verklaring van de prestaties van de kenmerken van het gecertificeerde product. Het BENOR-merk verklaart niet de overeenkomstigheid van de prestaties van de essentiële kenmerken die, indien van toepassing, door de fabrikant zelf onder de CE-markering verklaard worden en treedt dus niet in de plaats van de CE-markering.
Indien de BENOR-vergunning betrekking heeft op standaardelementen of fabrieksstandaardelementen dan vormt de BENOR-Bijlage een vaste bijlage bij het BENOR-certificaat. De BENOR-Bijlage verstrekt de gegevens aangaande de kenmerken van de gecertificeerde (fabrieks)standaardelementen. De geldige versie van de BENOR-Bijlage is door PROBETON gewaarmerkt.
De BENOR-vergunning voor een betonproduct geldt niet noodzakelijk voor het volledige productiegamma. De nodige gegevens worden opgenomen op het BENOR-certificaat en desgevallend in de BENOR-Bijlage. Een certificaat heeft een maximum geldigheidsduur van 3 jaar.
Op basis van de technische voorschriften PTV 124 dekt het BENOR-merk het hele productieproces af van betonelementen die zowel voor permanente als voor niet-permanente constructies bestemd zijn. De overeenkomstigheid van de elementen met de PTV 124 wordt door het BENOR-merk gewaarborgd tot de eerste levering op de markt. De aspecten van distributie, plaatsing en exploitatie vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de BENOR-fabrikant.
Sommige elementen voor niet-permanente afschermende constructies voor wegen zijn echter bestemd om hergebruikt - bijvoorbeeld verhuurd - te worden. Hoe weet men of ze nog steeds aan de eisen voldoen nadat ze een of meerdere keren werden hergebruikt? Hergebruik, een slechte plaatsing of verkeerde behandelingen van dergelijke elementen kunnen zware tekortkomingen veroorzaken.
Om deze reden heeft PROBETON een attest ingevoerd voor het in stand houden van betonelementen voor niet-permanente afschermende constructies voor wegen. De reglementaire bepalingen waaraan de beheerder moet voldoen om geattesteerd te kunnen worden voor het beheer van de tijdelijke elementen zijn opgenomen in Bijlage C van het toepassingsreglement TR 124 en betreffen onder andere identificatie, opslag, uiterlijk en regels voor de herklassering en herstelling.
Via een externe controle wordt vastgesteld dat de beheerder voldoet aan deze regels en bijgevolg dat de elementen nog steeds voldoen aan de eisen gedurende hun hele levensduur.
Elke partij (fabrikant, overheid, aannemer, signalisatiebedrijf,…) die dergelijke betonelementen beheert en aanbiedt voor hergebruik kan dit PROBETON-attest aanvragen.
Indien u BENOR-gecertificeerde elementen beheert die bestemd zijn voor niet-permanente afschermende constructies voor wegen en hiervoor een PROBETON-Attest wenst aan te vragen, neemt u contact op met PROBETON en ontvangt u vervolgens een aanvraagformulier.
De aanvraag gebeurt door het aanvraagformulier in te vullen en aan PROBETON terug te sturen samen met een overzicht van de BENOR-gecertificeerde hergebruikte elementen die in stand zullen gehouden worden. Vervolgens zal een attesteringsonderzoek starten met inbegrip van 1 of meerdere bezoeken door de keuringsinstelling.
Als PROBETON op een bepaald ogenblik oordeelt dat voldaan is aan de bovenvermelde regels om het PROBETON-Attest te verkrijgen, worden de bevindingen van het attesteringsonderzoek ter advies voorgelegd aan het bevoegde Technisch Bureau en vervolgens aan het Certificatiecomité, dat uiteindelijk beslist of het PROBETON-Attest al dan niet toegekend wordt.
In het geval van toekenning wordt u het PROBETON-Attest bezorgd als bewijs dat u elementen in stand houdt volgens de regels van bijlage C van het TR 124 en gerechtigd bent elementen te leveren met de in stand gehouden BENOR-identificatie. Een attest heeft een maximum geldigheidsduur van 3 jaar.
Op deze website is een lijst terug te vinden van de BENOR-certificaten waaronder de elementen die de beheerder in stand houdt, werden vervaardigd. Deze lijst vermeldt eveneens de identificatie van de constructies waarvan de elementen in stand worden gehouden.
De tarieven voor deze attestering zijn in het Financieel Reglement (FIR) van PROBETON opgenomen. Voor deze attestering wordt een inkomrecht en een jaarlijkse vergoeding voorzien. Voor een bezoek in het kader van de attestering wordt naast de verplaatsings- en prestatievergoeding ook een forfaitaire vergoeding aangerekend.
PROBETON streeft naar een absolute betrouwbaarheid van de BENOR-gecertificeerde betonproducten. Als u echter meent vast te stellen dat een product toch niet overeenkomstig is, neem contact op met het secretariaat om een klacht in te dienen.
Enkel schriftelijke klachten worden in beschouwing genomen. De behandeling van een klacht door PROBETON kan enkel betrekking hebben op de overeenkomstigheid van het product met de referentiespecificaties die geldig waren op het moment van levering of het naleven door de certificaathouder van de bepalingen van de toepasselijke BENOR-reglementen. PROBETON komt niet tussen in de commerciële relaties tussen de klager en de certificaathouder. De klager dient zich bovendien akkoord te verklaren met de onafhankelijke en onpartijdige positie van PROBETON.
Als de klacht ontvankelijk wordt verklaard, wordt een onderzoek uitgevoerd. PROBETON maakt de besluiten van het onderzoek schriftelijk aan de klager over. Als de klacht gegrond is, neemt PROBETON de in de BENOR-reglementen voorziene maatregelen ten aanzien van de certificaathouder.
Het BENOR-merk is operationeel voor de betonproducten vermeld in de onderstaande lijst, die per productgroep de technische referentiespecificaties vermeldt.
De BENOR-gecertificeerde betonproducten voor infrastructuurwerken zijn ingedeeld in producten voor leidingen, wegenis, waterzuivering en –opvang, weguitrustingen en diverse.
De kleine betonproducten voor gebouwen onder het BENOR-merk omvatten de dakpannen en metselstenen.
De BENOR-gecertificeerde betonnen bouwelementen zijn ingedeeld in structuurelementen en diverse bouwelementen.
• 101 | TR 21-101 | NBN B 21-101 PTV 21-101 |
Toegangs- en verbindingsputten van beton |
• 104 | TR 104 | PTV 104 | Geperforeerde en poreuze buizen voor draineer- en infiltratieleidingen |
• 105 | TR 105 | PTV 105 | Geprefabriceerde betonnen bakken voor waterafvoer en -infiltratie |
• 106 | TR 21-106 | NBN B 21-106 | Ongewapende (106U) en gewapende (106R) betonbuizen Staalvezelbetonbuizen (106F) Betonbuizen van gewapend beton voor doorpersingen (106J) |
• 123 | TR 123 | PTV 123 | Betonnen draineer- en doorgroeiplaten voor grond- en/of taludbekleding |
• 125 | TR 11A | PTV 125 | Betonstraatstenen met gekliefd zichtvlak |
• 126 | TR 11A | PTV 126 VIDEO |
Betonproducten voor waterdoorlatende bestratingen Infiltratie van hemelwater |
• 211 | TR 11A | NBN B 21-211 | Betontegels |
• 311 | TR 11A | NBN B 21-311 | Betonstraatstenen |
• 411 | TR 11A | NBN B 21-411 | Betonboordstenen |
• 114 | TR 114 | PTV 114 | Geprefabriceerde bekuipingen van beton voor regenwaterputten, septische tanks en zuiveringsinstallaties van huishoudelijk afvalwater |
• 124 | TR 124 | PTV 124 | Geprefabriceerde betonnen elementen voor afschermende constructies voor wegen |
• 100 | ATR 100 | PTV 100 | Producten van ongewapend, gewapend en staalvezelbeton voor infrastructuurwerken |
SRT 100 | Tabel met betonproducten die op basis van de PTV 100 en het ATR 100 onder het BENOR-merk gecertificeerd kunnen worden | ||
• 107 | TR 107 | PTV 107 | Betonnen kabelbeschermers, kabelsleuven en deksels |
• 108 | TR 108 | PTV 108 | Betonnen grachtelementen en taludgoten |
• 001 | TR 21-001 | PTV 21-001 | Betonmetselstenen |
• 002 | TR 21-002 | PTV 21-002 | Cellenbetonmetselstenen |
• 003 | TR 21-003 | PTV 21-003 | Metselstenen van kalkzandsteen |
• 490 | TR 490 | NBN EN 490 | Betondakpannen |
• 006 | TR 21-006 | NBN B 21-006 | Betonnen potten voor combinatievloeren |
• 102 | TR 21-102 | NBN B 21-102 PTV 21-102 |
Kokerelementen Kokerelementen van beton met constructieve versterking met staalvezels |
• 131 | TR 21-131 | NBN EN 13198 | Straat- en tuinmeubilair |
• 132 | TR 21-132 | NBN B 21-132 | Keermuurelementen |
• 600 | ATR 21-600 | NBN B 21-600 | Geprefabriceerde betonproducten |
• 601 | TR 21-601 | PTV 21-601 | Geprefabriceerde elementen van architectonisch beton |
Luchtbellen | Referentiebeelden A1 tot en met A4 voor de evaluatie van de software voor de beoordeling van de klasse LBAx (aantal en grootte van de luchtbellen) | ||
• 603 | TR 21-603 | NBN B 21-603 | Geribde vloerelementen |
• 604 | TR 21-604 | NBN B 21-604 | Lijnvormige dragende elementen |
• 605 | TR 21-605 | NBN B 21-605 | Holle vloerelementen |
• 606 | TR 21-606 | NBN B 21-606 | Breedplaten |
• 609 | TR 21-609 | NBN B 21-609 | Funderingselementen |
• 611 | TR 21-611 | NBN B 21-611 | Trappen |
• 612 | TR 21-612 | NBN B 21-612 | Wandelementen |
• 613 | TR 21-613 | NBN B 21-613 | Funderingspalen |
• 616 | TR 21-616 | NBN B 21-616 | Balken voor combinatievloeren |
• 620 | TR 21-620 | PTV 21-620 | Geprefabriceerde agrarische betonproducten |
• 004 | TR 21-004 | NBN B 21-004 | Elementen van gewapend geautoclaveerd cellenbeton |