Tot 2013 werden de breedplaten voor brugdekken gecertificeerd op basis van de technische voorschriften PTV 202.
Toen deze werden ingetrokken om de nationale voorschriften af te stemmen op de Europese regelgeving, rees de vraag in welke nationale aanvulling de eisen voor breedplaten voor brugdekken moesten worden opgenomen. Aanvankelijk had de enige Belgische nationale aanvulling voor breedplaten, NBN B 21-606, enkel betrekking op breedplaten voor vloersystemen.
Het Vlaamse Gewest, gevolgd door het Waalse Gewest, wendden zich als gebruikers snel tot PROBETON, met het verzoek de nodige stappen te ondernemen om de certificatie van breedplaten voor brugdekken onder het BENOR-merk opnieuw mogelijk te maken. In overleg met ledenfabrikanten van FEBE, werd binnen PROBETON een werkgroep ‘Breedplaten’ opgericht, met een dubbele taak. Enerzijds treedt ze op als werkgroep van de normalisatiecommissie E229, beheerd door PROBETON als sectorale normalisatie-operator voor het NBN, en anderzijds functioneert ze als werkgroep van het Sectoraal Technisch Comité (STC) 2 van PROBETON, voor de specifieke aspecten gebonden aan de certificering onder het BENOR-merk.
De werkgroep meende dat de voorschriften voor breedplaten voor brugdekken dienden te worden opgenomen in de nationale aanvulling NBN B 21-606 over breedplaten om hierin alle voorschriften met betrekking tot breedplaten samen te voegen. Bijgevolg werd het toepassingsgebied van de NBN B 21-606 uitgebreid tot de breedplaten voor brugdekken en werden de voorschriften voor breedplaten voor brugdekken opgenomen in een (normatieve) bijlage van deze norm.
Na 6 jaar werk werd de basisnorm NBN B 21-606:2019 gepubliceerd als nationale toepassingsnorm bij NBN EN 13747+A2:2010 en NBN EN 15050+A1:2012 in vervanging van NBN B 21-606:2012. Inmiddels werd een addendum 1 gepubliceerd, dat de normatieve bijlage D betreffende het monolithisme van composiete platen wijzigt. Meer bepaald wijzigt het addendum A1:2022 de definitie betreffende de alfa-hoek van tralieliggers in bijlage D en verduidelijkt de berekeningsformules van deze hoek.
De nieuwe versie (uitgave 3) van het BENOR toepassingsreglement voor breedplaten TR 21-606 verwijst naar NBN B 21-606:2019+A1:2022. Er worden twee breedplaatfamilies onderscheiden: 'breedplaten voor vloersystemen' (code S) en 'breedplaten voor brugdekken' (code P). Deze twee families worden verder onderverdeeld in drie subfamilies:
- Breedplaten voor vloersystemen van gewapend beton (codes G, S)
- Breedplaten voor vloersystemen van voorgespannen beton (codes V, S)
- Breedplaten voor brugdekken van gewapend beton (codes G, P)
In bijlage O van het TR 21-606 wordt een nieuwe checklijst ingevoerd die door de keuringsinstelling als leidraad wordt gehanteerd voor de productiecontrole in de fabriek van breedplaten voor brugdekken. Deze checklijst vermeldt de controles die van toepassing zijn op basis van de bepalingen van bijlage O (normatief) van de nationale norm NBN B 21-606. De checklijst bevat minstens 15 extra controlepunten in vergelijking met breedplaten voor vloersystemen.
Met de publicatie van het nieuwe toepassingsreglement BENOR TR 21-606 is het voortaan opnieuw mogelijk breedplaten voor brugdekken te certificeren onder het BENOR-merk. Deze certificatie beantwoordt aan de behoeften die 10 jaar geleden door de overheid werden geformuleerd. Hierdoor kunnen de voorafgaande controles en conformiteitsproeven in het kader van een keuring van een levering van breedplaten voor brugdekken sterk verminderd of zelfs afgeschaft worden naargelang van de omvang van de bouwplaats.
Aarzel niet om het PROBETON extranet regelmatig te raadplegen om na te gaan welke fabrikanten reeds over een BENOR-certificaat voor breedplaten voor brugdekken beschikken.